De herfst is het seizoen van de oogst, van de jacht en de storm. Van wandelingen met een veelheid aan kleuren. De bladeren vallen, de bloeiende natuur sterft af, maar toont ons daarin de schoonheid van het verval.
Dit jaargetijde roept gevoelens van melancholie en weemoed op. Veel dichters en schrijvers hebben een verbinding gelegd tussen het verloop van de seizoenen in de natuur en de loop van het menselijk leven. Uiteenlopende componisten hebben op hun beurt geprobeerd de herfst en die bijbehorende gevoelens te verklanken.
Kamerkoor Canteklaer brengt tijdens dit concert een aantal van deze werken ten gehore. Enkele daarvan komen uit de negentiende-eeuwse Romantiek, het tijdperk waarin veel kunstenaars een bijzondere gevoeligheid voor melancholie en zwaarmoedigheid aan de dag legden. De vier liederen van Johannes Brahms, ‘Im Herbst’, ‘Letztes Glück’, ‘Sehnsucht’ en ‘Nächtens’ trekken de genoemde parallel tussen het herfstseizoen en de menselijke levensloop. Het ‘Herbstlied’ van Felix Mendelsohn Bartholdy vertelt over de weerslag van de stervende natuur op het weemoedige hart. ‘Zigeunerleben’ van Robert Schumann bezingt het mysterieuze leven van de zigeuners, stereotype beschreven als een uitbundig volk, dat nooit lang ergens blijft, maar steeds weer verder trekt.
Ook de uit Estland afkomstige componist Veljo Tormis (1930-2017) liet zich inspireren door de herfst. In ‘Sügismaastikud’ (Herfstlandschappen) geeft hij op een beeldende manier uitdrukking aan de gevoelens van kilte en vergankelijkheid die een herfstig landschap kan oproepen.
Voor Tormis begint het componeren altijd met woorden, hij heeft een tekst nodig, zoals een schilder een canvas nodig heeft. Het werk ‘Herfstlandschappen’ uit 1964 is een muzikale sfeerimpressie van de gedichten van de dan nog jonge Estse dichteres Viivi Luik (1946). In het werk ‘Neli Eesti Hällilaulu’ (‘Vier Estse slaapliedjes’) uit 1989 is duidelijk te horen hoe zijn stijl zich heeft ontwikkeld. De volksmuziek heeft steeds een grote rol gespeeld in zijn composities. Tormis zei daar zelf over: “Ik maak geen gebruik van volksmuziek, de volksmuziek maakt gebruik van mij.” Hoe dat uitwerkt, horen we in zijn bewerking van de oude Estse slaapliedjes: een kleurig harmonisch weefsel rond eenvoudige melodieën. Zo wordt de natuur zachtjes in slaap gezongen, om in de lente weer te ontwaken.
Programma
- Johannes Brahms, uit: 5 Gesänge, op. 104
- 'Im Herbst'
- 'Letztes Glück'
- Johannes Brahms, uit: 3 Quartette, op. 112
- 'Sehnsucht'
- 'Nächtens'
Intermezzo
- Antonin Dvořák, uit: Suite in A 'American', op. 98 (piano)
- (2) Molto vivace (Cis mineur)
- (4) Andante (C majeur)
- Veljo Tormis, 'Neli Eesti Hällilaulu'(Vier Estlandse slaapliedjes)
- 'Laulan lapsele' (Ik zing voor mij kind)
- 'Marjal aega magada' (Het is tijd voor de kleine Berry om te slapen)
- 'Lase kiik käia!' (Laat de wieg schommelen)
- 'Äiutus' (Sussend)
- Veljo Tormis, 'Sügismaastikud' (Herfstlandschappen)
- 'On hilissuvi' (Het is nazomer)
- 'Üle taeva jooksevad pilved' (De wolken razen voorbij)
- 'Kahvatu valgus' (Bleek licht)
- 'Valusalt punased lehed' (Pijnlijk rood zijn de bladeren)
- 'Tuul kõnnumaa kohal' (Wind over de dorre vlakte)
- 'Külm sügisöö' (Koude herfstnacht)
Intermezzo
- Antonin Dvořák, uit: Suite in A 'American', op. 98 (piano)
- (5) Allegro (A mineur)
- Antonin Dvořák, uit: 8 Humoresques, op. 101, B. 187 (piano)
- (7) Poco lento e grazioso (Ges majeur)
- Felix Mendelssohn, 'Herbstlied' (uit: 6 Lieder im Freien zu singen, op. 48)
- Robert Schumann, 'Zigeunerleben', op. 29.3
Uitvoerenden
Kamerkoor Canteklaer
Jurriaan Poesse, dirigent
Gerard van Kempen, piano
Concert
Vrijdag 15 november 2024 20:00 uur
Enschede, Lasonderkerk